Oké, buzzword. Tenminste, als we Elon Musk moeten geloven. Of Twitter-oprichter Jack Dorsey, die vindt dat het niet meer is dan een speeltje voor durfkapitalisten. Dat alleen al is reden genoeg om eens te kijken wat het is.

Web1, Web2…

Web3 impliceert een Web2 en Web1. Klopt. Web 1.0 was toen we voor het eerst ‘pagina’s’ in html online zetten, waarbij je alleen kon lezen en van pagina naar pagina springen via links. De behoefte aan meer wisselwerking leidde tot Web 2.0: volledig interactieve webapplicaties, software via de browser. Ook de nadelen zijn inmiddels in volle omvang duidelijk. De grote jongens als Google en Facebook gaan met jouw data en privégegevens aan de haal. Tijd voor herbezinning en een zoektocht naar een andere manier om met online content om te gaan.

Web3 is gebaseerd op blockchain. Dat biedt de mogelijkheid om data gedistribueerd op te slaan, met een betere beveiliging op basis van encryptie. Ook geef je geen data weg aan een groot bedrijf dat het in zijn datacenter opslaat. Wat jij online zet, blijft dus in alle eeuwigheid van jou. Tenzij je het – via blockchain natuurlijk – overdraagt of verkoopt aan een ander. Winst: ultieme privacy. Je hoeft nooit gegevens te delen met iets of iemand anders, tenzij je daar zelf voor kiest.

NFT’s en crypto’s

Web3 staat nog in de kinderschoenen, maar omdat het gebaseerd is op blockchain wat al een tijdje mee gaat, kunnen we al bedenken hoe het zou kunnen werken. NFT’s zijn al zoiets. Je koopt iets digitaals – een kunstwerk, of een avatar voor in een game bijvoorbeeld – en dankzij de blockchain is het echt van jou: je krijgt er namelijk een ‘non-fungible token’ bij. ‘Fungible’ betekent zoiets als vervangbaar, dus een NFT is een niet-vervangbaar token. Dit in tegenstelling tot cryptocurrency, dat verre van uniek is, en dus ‘fungible’. Zoals bij alle valuta’s is de ene bitcoin volledig inwisselbaar voor de andere. Ook cryptocurrency is onlosmakelijk verbonden met Web3, omdat je er bijvoorbeeld NFT’s mee kunt kopen.

Natuurlijk stappen ook de grote databedrijven op Web3 in. Die zijn beslist niet van plan om de boot te missen. Meta (Facebook) bijvoorbeeld, heeft met zijn Metaverse al voorgesorteerd op Web3. Je kunt er digitale stukjes land kopen – een NFT – waar je je eigen plekje kunt creëren. De vraag is dan meteen wel hoe veilig je data dan nog zijn, maar daarvoor is het nog te vroeg.

Wie is de baas?

Web3 heeft vanwege zijn aard geen regulering. Er is geen Facebook dat berichten kan verwijderen omdat het fake nieuws bevat. En geen Google die YouTube-inhoud om dezelfde reden kan weigeren. Aan de andere kant kan ook geen enkele overheid onwelgevallige websites offline halen.

Volgens critici is dat dan ook meteen de grote zwakte van Web3. Willen we in deze tijd wel een systeem waarbij iedereen maar online kan slingeren wat die wil? Hoe kunnen we voorkomen dat een land of een president de grootste onzin kan verkondigen en zo de publieke opinie bespelen?

Smart contracts

Het antwoord van de Web3-enthousiastelingen is ‘smart contracts’. Geautomatiseerde opdrachten die worden uitgevoerd zodra aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en die vooral gebruikt worden bij waardeoverdrachten. Smart contracts worden nu gebruikt om via de blockchain bijvoorbeeld een dienst te vragen bij een ander bedrijf met betaling in crpytocurrency. Ook de NFT’s waar we het over hadden komen met behulp van een smart contract in andere handen. Hoe smart contracts precies kunnen zorgen voor regulering is nog onderwerp van discussie trouwens. Veel deskundigen denken dat menselijke tussenkomst in veel gevallen toch onvermijdelijk is.

Er zal nog het nodige moeten worden nagedacht en ontwikkeld voordat er concreet sprake zal zijn van ‘het Web3’. Maar alles wijst erop dat er een sterke behoefte bestaat aan het inperken van de macht van de grote spelers op de data- en informatiemarkt. Een op blockchain gebaseerd wereldwijd web lijkt daarvoor de beste papieren te hebben.